De route naar de klokruimte van het Zweeler kerkje: vakmanschap uit vervlogen tijden

Bijgevoegd schetsje, hierbij uitleg van de route naar de klokruimte van het Zweeler kerkje :

Direct rechts om de hoek na binnenkomst ga je met de vaste trap omhoog naar het balkon alwaar het orgel is gesitueerd.

Bij aankomst bovenaan de vaste trap op het balkon is als je omhoog kijkt een luik te zien in het gewelf, vlak boven de muur.

Met een losse ladder is dat luik te bereiken.

Dat luik is te openen, is ca. 80×80 cm en wanneer je door dat gat kruipt, kom je aan de zijkant boven het gewelf uit, in de dak constructie ruimte.

Dit is een open ruimte waar alle eikenhouten balken mooi zichtbaar zijn, de bovenzijde van het gewelf is zichtbaar en uiteraard het dak zelf.

Middels een soort planktrappetje met een wat flauwe hellingshoek loop je over het gewelf naar een plateau in het midden van het  gewelf, onder de dakruiter.

Bij dat plateau is vervolgens een vaste houten ladder recht omhoog dat uitkomt aan de zijkant van het hoogste plateau, de vloer van de klokruimte, in de dakruiter.

Alles wat je daar boven het gewelf ziet ademt vakmanschap uit vervlogen tijden; prachtig gekromde eiken houten balken met pen-gat verbindingen en inkepingen.

In de klokruimte kun je ook naar voren en naar achteren dwars door de kerk kijken onder de nok langs, het is allemaal open.

Als je in de klokruimte omhoog kijkt, kijk je dus in de punt van de dakruiter, verder kun je door de gaten naar buiten kijken, voor iemand die wat klein van stuk is, is er nog een vast houten laddertje waarbij je door het gat aan de zuidzijde van de dakruiter dan naar buiten kan kijken.

Er zit stevig insectengaas aan de binnenzijde van de gaten, vogels e.d. kunnen daar dus niet zomaar naar binnen. Overigens was er wel vogelpoep o.i.d. zo hier en daar te zien.

De klok ziet er prachtig gaaf uit, met een zware zwarte klepel. Op de bovenzijde van de klok is rondom een inscriptie te zien (ik weet niet wat er rondom op staat).

De klok is met degelijk zwaar smeedijzeren staven opgehangen aan een zware vierkante eiken balk. De balk is op de kopse kanten voorzien van zwart smeedijzer met een ronde as. Deze ronde as komt uit in een lager dat aan weerszijden van de balk op de vaste constructie is bevestigd.

De zware eiken balk met klok kan daardoor dus draaien in de lager constructie. Aan de ene zijde van de zware balk is een kleinere eiken balk dwars erop bevestigd, aan het uiteinde van deze kleinere balk is het stevige touw bevestigd waar de klokkenluider aan moet trekken om de gehele gelagerde constructie met klok te kunnen kantelen/zwenken. Het touw komt door de gewelfconstructie in de buurt van het orgel op het balkon uit.

Foto’s : Hans Jansen